Individueel schaalwandelen in groep

28-12-2022

Beginvoorwaarden:

• Creëer een veilig klimaat;
• Maak zeer duidelijke afspraken;
• Tijdens de oefening vraagt de coach aan de deelnemers om een cijfer te geven. De coach zal echter op geen enkel moment aan de aanwezigen vragen om hun cijfer mee te delen of te verantwoorden waarom ze dit cijfer hebben gegeven; 
 Deze oefening voert iedereen individueel uit, zonder dat er iets verduidelijkt moet worden naar de coach of naar de andere groepsleden;
• Nadat deze oefening gedaan is, zal de coach aan elke deelnemer vragen om aan de groep mee te delen welke kleine, concrete stap hij of zij wil zetten. Dit zal gebeuren op een manier die niet bedreigend ervaren wordt.

Beschrijving van de tool 'individueel schaalwandelen in groep':

1. De coach nodigt alle deelnemers uit om recht te staan tijdens deze oefening, want iedereen gaat tegelijk met deze oefening aan de slag.

2. Schaalvraag:

Iedere deelnemer duidt voor zichzelf een schaal aan in de ruimte waarin we deze oefening doen. De deelnemer bepaalt zélf het begin (0) en het eindpunt (10). Tijdens de nabespreking moet de deelnemer uiteraard niet aan de groep meedelen waar zijn of haar '0' en '10' zich situeren in de ruimte.

"Hoe voel jij je in deze groep? Het cijfer nul staat voor 'ik voel mij werkelijk rotslecht in deze groep', het cijfer tien staat voor 'ik voel mij fantastisch in deze groep'."

Hier en nu

Wanneer iedereen zijn positie heeft gevonden, stelt de coach een aantal vragen. De deelnemers denken even in stilte na over deze vragen en houden de antwoorden voor zich. 

Voorbeeldvragen:  

• Waar sta je nu?
• Hoe voelt dit voor jou?
• Wat denk je hiervan?
 • Probeer je positie gewoon te aanvaarden. Het maakt eigenlijk niet uit waar je staat. Ik oordeel hier niet over...

Verleden

"Stel je voor dat je deze oefening een maand geleden had gedaan, waar stond je dan?" (Indien de coach dit team al een tijdje begeleidt kan er bijvoorbeeld teruggekeerd worden naar de eerste sessie).

"Ik wil je vragen om even op deze positie te gaan staan."
• Hoe was dit?
• Voor jou? Voor je omgeving?
• Wanneer was dit?
• Hoe voelt het nu om hier te staan?
• Wat denk je?
• Wat voel je nu?

Hier en nu

Voor hij verder gaat met vragen stellen, nodigt de coach de aanwezigen uit om terug te gaan naar de startpositie, dus de positie die de aanwezigen innamen toen hij hun de vraag stelde: "Hoe voel jij je in deze groep?" Wanneer iedereen opnieuw in de startpositie staat, nodigt de coach de aanwezigen uit om 0,5 naar voor te gaan.

Toekomst

Wanneer iedereen zijn positie heeft gevonden, stelt de coach opnieuw een aantal vragen en vraagt hij de aanwezigen om de antwoorden opnieuw voor zich te houden.

Voorbeeldvragen:

• Wat heeft gemaakt dat je vooruit, achteruit of blijven staan bent?
• Wat ging er goed? (Ook al ben je eventueel achteruit gegaan, toch zullen er een aantal zaken ook goed gegaan zijn).
• Wat heb je gedaan om hier te staan?
• Wat hebben anderen gedaan om hier te staan?  
• Het is mogelijk dat je op een aantal vragen niet kan antwoorden, maar dit is niet erg.

Wat gaat er eventueel beter?

• Wat voel je hierbij?
• Heb je hier al eens gestaan?
• Kan je hier even aan terugdenken?
• Probeer dit gevoel even vast te houden en een stap terug te zetten naar de huidige situatie Indien je dit gevoel niet kan vasthouden, dan geeft dit niet...

Hier en nu

"Kijk nu nog eens even naar de plaats waar je 0,5 verder staat."
• Wat kan jij doen om deze kleine stap vooruit te zetten?
• Denk eraan dat het maar om een kleine stap gaat, een grote stap zou betekenen dat je met een stijging van 1, of misschien 2, vooruitgaat.

Daarna vraagt de coach aan de deelnemers om opnieuw op hun stoel te gaan zitten.

Afrondend gesprek

Wanneer iedereen plaats heeft genomen, vraagt de coach aan de betrokkenen om te verwoorden wat hij of zij zal doen om een kleine stap vooruit te zetten. De teamleden mogen eventueel enkele vragen ter verduidelijking stellen.

De coach kan vragen aan de persoon die zijn eerste stap verwoordt, om aan te geven op welke manier zijn teamleden hem eventueel zouden kunnen steunen zodat hij de stap vlot kan zetten. Ook aan het team kan de coach vragen op welke manier ze het teamlid kunnen helpen om deze eerste stap te zetten.

Uit de praktijk

Tijdens een teamcoaching stelde ik, op basis van zijn non-verbaal gedrag, vast dat de oefening bij de leidinggevende van het team irritatie opwekte. De leidinggevende had van nature uit een erg actieve en daadkrachtige persoonlijkheid en had duidelijk energie teveel.

Pas toen we de stijging van 0,5 bespraken in de groep, werd hij opnieuw erg actief en betrokken.

De leidinggevende van dit team was erg resultaatsgericht en verwachtte tijdens de teamcoaching een hoog tempo van de aanwezigen. Hij had het duidelijk moeilijk met de oefening.

Toch koos ik er bewust voor om deze oefening aan te bieden, om de volgende twee redenen:
• de oefening was nuttig voor de overige teamleden;
• de oefening zou de awareness van de leidinggevende verhogen. Zoals aangegeven steeg zijn irritatie tijdens de oefening zichtbaar tegelijkertijd kon hij de rust van zijn medewerkers ervaren.

De ervaring van de leidinggevende bood een mooi vertrekpunt voor het volgende individuele coachingsgesprek.