Individueel schaalwandelen in groep
Beginvoorwaarden:
• Creëer een veilig klimaat;
• Maak zeer duidelijke afspraken;
• Tijdens de oefening vraagt de coach aan de deelnemers om een cijfer te
geven. De coach zal echter op geen enkel moment aan de aanwezigen
vragen om hun cijfer mee te delen of te verantwoorden waarom ze dit
cijfer hebben gegeven;
Deze oefening voert iedereen individueel uit, zonder dat er iets
verduidelijkt moet worden naar de coach of naar de andere groepsleden;
• Nadat deze oefening gedaan is, zal de coach aan elke deelnemer vragen
om aan de groep mee te delen welke kleine, concrete stap hij of zij wil
zetten. Dit zal gebeuren op een manier die niet bedreigend ervaren wordt.
Beschrijving van de tool 'individueel schaalwandelen in groep':
1. De coach nodigt alle deelnemers uit om recht te staan tijdens deze
oefening, want iedereen gaat tegelijk met deze oefening aan de slag.
2. Schaalvraag:
Iedere deelnemer duidt voor zichzelf een schaal aan in de ruimte waarin
we deze oefening doen. De deelnemer bepaalt zélf het begin (0) en het
eindpunt (10). Tijdens de nabespreking moet de deelnemer uiteraard niet
aan de groep meedelen waar zijn of haar '0' en '10' zich situeren in de
ruimte.
"Hoe voel jij je in deze groep? Het cijfer nul staat voor 'ik voel mij werkelijk
rotslecht in deze groep', het cijfer tien staat voor 'ik voel mij fantastisch in
deze groep'."
Hier en nu
Wanneer iedereen zijn positie heeft gevonden, stelt de coach een aantal
vragen. De deelnemers denken even in stilte na over deze vragen en
houden de antwoorden voor zich.
Voorbeeldvragen:
• Waar sta je nu?
• Hoe voelt dit voor jou?
• Wat denk je hiervan?
• Probeer je positie gewoon te aanvaarden. Het maakt eigenlijk niet uit waar
je staat. Ik oordeel hier niet over...
Verleden
"Stel je voor dat je deze oefening een maand geleden had gedaan, waar
stond je dan?" (Indien de coach dit team al een tijdje begeleidt kan er
bijvoorbeeld teruggekeerd worden naar de eerste sessie).
"Ik wil je vragen om even op deze positie te gaan staan."
• Hoe was dit?
• Voor jou? Voor je omgeving?
• Wanneer was dit?
• Hoe voelt het nu om hier te staan?
• Wat denk je?
• Wat voel je nu?
Hier en nu
Voor hij verder gaat met vragen stellen, nodigt de coach de aanwezigen uit
om terug te gaan naar de startpositie, dus de positie die de aanwezigen
innamen toen hij hun de vraag stelde: "Hoe voel jij je in deze groep?"
Wanneer iedereen opnieuw in de startpositie staat, nodigt de coach de
aanwezigen uit om 0,5 naar voor te gaan.
Toekomst
Wanneer iedereen zijn positie heeft gevonden, stelt de coach opnieuw een
aantal vragen en vraagt hij de aanwezigen om de antwoorden opnieuw voor
zich te houden.
Voorbeeldvragen:
• Wat heeft gemaakt dat je vooruit, achteruit of blijven staan bent?
• Wat ging er goed? (Ook al ben je eventueel achteruit gegaan, toch zullen
er een aantal zaken ook goed gegaan zijn).
• Wat heb je gedaan om hier te staan?
• Wat hebben anderen gedaan om hier te staan?
• Het is mogelijk dat je op een aantal vragen niet kan antwoorden,
maar dit is niet erg.
Wat gaat er eventueel beter?
• Wat voel je hierbij?
• Heb je hier al eens gestaan?
• Kan je hier even aan terugdenken?
• Probeer dit gevoel even vast te houden en een stap terug te zetten naar
de huidige situatie Indien je dit gevoel niet kan vasthouden, dan geeft dit
niet...
Hier en nu
"Kijk nu nog eens even naar de plaats waar je 0,5 verder staat."
• Wat kan jij doen om deze kleine stap vooruit te zetten?
• Denk eraan dat het maar om een kleine stap gaat, een grote stap zou
betekenen dat je met een stijging van 1, of misschien 2, vooruitgaat.
Daarna vraagt de coach aan de deelnemers om opnieuw op hun stoel te
gaan zitten.
Afrondend gesprek
Wanneer iedereen plaats heeft genomen, vraagt de coach aan de
betrokkenen om te verwoorden wat hij of zij zal doen om een kleine stap
vooruit te zetten. De teamleden mogen eventueel enkele vragen ter
verduidelijking stellen.
De coach kan vragen aan de persoon die zijn eerste stap verwoordt, om
aan te geven op welke manier zijn teamleden hem eventueel zouden
kunnen steunen zodat hij de stap vlot kan zetten. Ook aan het team kan
de coach vragen op welke manier ze het teamlid kunnen helpen om deze
eerste stap te zetten.
Uit de praktijk
Tijdens een teamcoaching stelde ik, op basis van zijn non-verbaal gedrag,
vast dat de oefening bij de leidinggevende van het team irritatie opwekte.
De leidinggevende had van nature uit een erg actieve en daadkrachtige
persoonlijkheid en had duidelijk energie teveel.
Pas toen we de stijging van 0,5 bespraken in de groep, werd hij opnieuw
erg actief en betrokken.
De leidinggevende van dit team was erg resultaatsgericht en verwachtte
tijdens de teamcoaching een hoog tempo van de aanwezigen. Hij had het
duidelijk moeilijk met de oefening.
Toch koos ik er bewust voor om deze oefening aan te bieden, om de
volgende twee redenen:
• de oefening was nuttig voor de overige teamleden;
• de oefening zou de awareness van de leidinggevende verhogen.
Zoals aangegeven steeg zijn irritatie tijdens de oefening zichtbaar
tegelijkertijd kon hij de rust van zijn medewerkers ervaren.
De ervaring van de leidinggevende bood een mooi vertrekpunt voor het
volgende individuele coachingsgesprek.